Openbaar vervoer in Amersfoort tot 1946.

In 1863 werd de spoorlijn Utrrecht-Zwolle geopend met aan het Smallepad het station van de NSC, dat er huidig nog steeds staat (tegenover politiebureau).

In 1876 werd een tweede spoorlijn (de Oosterspoorlijn) in gebruik genomen door de HSM, dat Hilversum met Twenthe en Duitlsnd verbond.

Er werd later door de HSM een lijn naar Kesteren (huidig bekend als het Pon lijntje) aangelegd en het werd hierbij noodzaak een nieuw emplacement aan te leggen.

Deze lijn eindigde vlak bij het nieuwe station. Om de afstand tussen dat station en het station aan het smallepad te onderhouden werd een omnibusdienst gebruikt.

In 1890 werd er besloten een nieuw station te bouwen, hiervoor werd een deel van de Amersfoortse berg afgegraven (het station kwam lager te liggen net zoals huidig nog het geval is). Het afval werd gestort langs de spoorlijn naar Kesteren ter hoogte van de Snoeckgensheuvel (het gebied is daarom ook bekend als het Stort).

Dit station lag buiten de stad, waardoor er in 1902 een paardentram in dienst kwam. Vanaf de kamp, via de utrechtsestraat naar het stationsplein. Deze lijn werd drukker, maar ook lastiger omdat de soms zware trams niet tegen de helling op de stationsstraat op konden komen (zelfs niet met 2 paarden).

Ook ging men later liever lopen dan 10ct uit te geven voor de tram.

In 1917 ging de ATM (Amersfoortse tram maatschappij) dan ook failliet.

In 1914 was er een tweede tram in amersfoort gekomen: amersfoort-soesterberg-zeist. In 1924 werd dit een elektrische tram. In 1927 werd dit de Nederlandse Buurtspoor Maatschappij. Deze heeft in amersfoort tram geexpoiteerd tot 1 mei 1949.

Ondertussen was er in amersfoort een wijk gebouwd: soesterkwartier. Dit was qua ligging ver van het station en een mijnheer Nathan Hilversum besloot in 1923 een busdienst te starten. Hij kocht 1 chevrolet bus. Deze werd geleverd door een rijwiel en motorzaak aan de Varkensmarkt: de firma Henri Nefkens!!!! (het pand aan de Varkensmarkt werd overigens vlot verlaten en een garage aan de Bergstraat kwam hiervoor in de plaats)

In 1924 kwam een tweede bus in dienst die de wijk vermeerkwartier ging bedienen.

In 1925 kwam een nieuwe onderneming op de markt: “de Toekomst”. Deze maatschappij ging ook naar het vermeerkwartier en was zware concurrentie voor Nathan Hilversum. (pas in 1937 werd er besloten dat een busdienst alleen mag worden begonnen als men van de overheid een zogenaamde concessie krijgt, daarvoor mocht iedereen een busdienst beginnen met toestemming van de gemeente).

N. Hilversum besloot om de diensten te delen: hij soesterkwartier, “de toekomst” vermeerkwartier. Overigens stopte “de toekomst” al na enkele maanden en ging Nathan Hilversum weer alleen verder met 2 lijnen. Hij schafte zelfs een derde bus aan.

In 1926 volge een vierde bus en een nieuwe dienst naar de wijk frisia en kruiskamp.

Met de economische crisis in 1929, nam het passagiersaantal sterk af en in 1930 verzocht N. Hilversum aan de gemeente om de diensten over te nemen.

Het werd geen gemeentelijk vervoerbedrijf maar NV Amersfoortse Autobus Dienst met 93% aandelen gemeente en 7% particulieren waaronder brouwerij Phoenix. Er werden een 3 tal Opel bussen aangeschaft.

Het vervoer groeide en in 1939 beschikte de AAD over 5 kleine mercedesbussen en 2 minerva’s. Men vervoerde dat jaar 530.000 personen.

Na aanvang van de oorlog in 1940 werden de diensten op 27 mei 1940 hervat (na 2 weken geen vervoer). Dit duurde echter kort omdat de Duitsers beslag legden op de 2 Minerva bussen. Op 1 mei 1943 werd de gehele dienst gestaakt, nadat er weer bussen in beslag waren genomen en de overige met achterstallig onderhoud nauwelijks aan rijden toekwamen.

De AAD zou na 1 mei 1943 niet meer terugkomen……